zaterdag 31 juli 2010

Fender Stratocaster Sunburst

Ik was een jaar of negen toen ik door mijn vader tot muziekles werd veroordeeld. Schuiftrombone luidde het vonnis. De schuiftrombone is een vreselijk instrument. Een misbaksel om te zien en het geluid heeft geen enkele toegevoegde waarde. De schuiftrombone hoort thuis in een dweilorkest en dweilorkesten horen weer thuis in Scandinaviƫ, of ergens anders, als het maar heel ver hier vandaan is. De gitaar daarentegen is het allermooiste en het meest interessante instrument dat bestaat. Op mijn dertiende kreeg ik er een van mijn oma, een Spaanse gitaar, drie metalen, gewonden snaren en drie nylon snaren. Korte tijd later kreeg ik van mijn vader - kennelijk als een daad van Wiedergutmachung - een (imitatie) stratocaster, een electrisch gitaartje. Gekocht in het muziekwinkeltje dat destijds op de hoek van het straatje naar de Grote Markt in Goes zat, recht tegenover de Grote Kerk.

Een lekker geluid kreeg ik echter niet uit die gitaren. En dat een paar jaar lang. Toen werd ik achttien en ging ik rechten studeren in Utrecht. Wonen op kamers, nieuwe kennissen, nieuwe omgeving, etc. Via via kwam ik aan een adresje van een geschikte gitaarleraar in Hilversum. En zo zat ik een paar jaar lang tweewekelijks in de toenmalige John de Mol-studios onderwijs te genieten van Ron Kerkhof, want zo heette hij, die gitaarleraar. Heerlijke kerel. Altijd met een sjekkie en vieze koffie met melk, maar begiftigd met een absoluut muzikaal gehoor en een eindeloos geduld. Liet je Ron iets van een bandje horen, dan noteerde hij al luisterend direct alle akkoorden en de tricks en licks speelde hij ook direct na. En in die stijl werd ik door hem ook gestuurd. Geen noten leren maar luisteren, uitvinden en afkijken. En dat wierp zijn vruchten af. Ik heb in totaal 6 jaar in Utrecht gestudeerd en ik ben ervan overtuigd dat als ik niet door het gitaarspelen bezeten zou zijn geweest, ik (veel) korter over mijn studie had gedaan. Op sommige dagen speelde ik twaalf uur aan een stuk. Gewoon improviseren of meespelen met een plaat. En dat duizend keer achter elkaar, steeds iets beter.

Mijn gitaargekte nam grote vormen aan. In 1989 kocht ik bij muziekwinkel Ebbelink aan de Amsterdamsestraatweg een tweedehands Music Man buizenversterker en een nieuwe Fender Stratocaster Sunburst. Daarna kwamen een Ibanez country and western accoustische gitaar bij, een derde versterker en een custom made Joe Satriani Ibanez, gesigneerd door de meester Himself.

Ik heb ze nog allemaal, zowel de gitaren als de versterkers, maar ik heb al zeker tien jaar niet meer gespeeld. De reden? Ik heb eigenlijk geen idee. Aan de gitaar ligt het in elk geval niet.


Bobbejaanland

Met mijn meisjes naar Bobbejaanland. Het was voor mij alweer 25 jaar geleden dat ik daar geweest was. Kon ik toen zelfs maar vermoeden dat ik later op deze wijze weer zou terugkeren? De belevenis van een kind is universeel en tijdloos.